Dweilen met de kraan open

Door Bart Nevens op 16 mei 2018, over deze onderwerpen: Afvalbeleid, Leefmilieu, Natuur
plastic

Enkel een eengemaakt afvalbeleid kan ervoor zorgen dat we in Vlaanderen grote stappen vooruit kunnen zetten inzake materialenbeleid en recyclage. Vandaag is het dweilen met de kraan open, terwijl we perfect zelf kunnen bepalen wat en hoeveel er uit de kraan komt, zegt Vlaams Volksvertegenwoordiger Bart Nevens (N-VA).

Met ‘mei plastic vrij’ loopt er deze maand een lovenswaardig initiatief om het gebruik van plastics te verminderen. Helemaal geen gek idee, want plastics zijn werkelijk overal: van plastic rietjes, over totaal overbodige plastics rond koekjesdozen tot microplastics in kledij. En ook de Europese Commissie is wakker geworden: uit een uitgelekte ontwerprichtlijn blijkt dat ze het eenmalige gebruik van plastic – wegwerpplastics dus – aan wil pakken.

Conform een Europese richtlijn moeten de globale recyclagedoelstellingen in heel Europa naar omhoog: naar 65% in 2025 en 70% in 2030. Voor ons land speelt dat echter geen rol, aangezien deze nog altijd lager liggen dan de doelstelling van 80% die we ons zelf opleggen. De doelstellingen die Europa oplegt en de intenties van de Europese Commissie bieden dus kansen voor onze Vlaamse afvalverwerkende bedrijven. De vraag is of dat voldoende is om op deze manier te blijven verder werken.

Sorteren en apart inzamelen is voor de Vlaming de logica zelve geworden. De roep om de blauwe pmd-zak uit te breiden met verschillende soorten plastics, wordt al jaren voorafgegaan door succesvolle initiatieven in heel Vlaamse gemeenten waar men reeds een aparte inzameling voorziet middels de roze zak. Ook de hele discussie rond het al dan niet invoeren van statiegeld toont duidelijk aan dat er een draagvlak is bij de Vlaming om verder te gaan in de strijd tegen het (plastic) afval.

Ook minister Schauvliege wil inzetten op een wereld met minder plastics. In haar verpakkingsplan, dat de minister eerder al lekte in de pers, wil de minister onder meer inzetten op een uitgebreidere pmd-zak, hogere boetes voor zwerfvuil en een verbod op lichte plastic zakjes. Allemaal elementen waarvoor iets te zeggen valt, maar wat ons betreft mag het wat meer zijn.

Dat we moeten inzetten op het voorkomen van afval is een vanzelfsprekendheid. Maar we mogen niet vergeten dat sorteren en recycleren slechts een eerste stap zijn, echt circulair wordt het natuurlijk pas als we gerecycleerde grondstoffen ook effectief actief gaan hergebruiken. Jammer genoeg gebeurt dat vandaag nog veel te weinig: het is immers vaak economisch interessanter om nieuwe plastics te maken uit aardolie, dan uit gerecycleerd materiaal. De marktverschuiving die er begin dit jaar kwam toen China haar deuren sloot voor ons plastic afval, toonde meteen aan dat we in Vlaanderen zelf over te weinig capaciteit beschikken om ons eigen afval correct te verwerken.

Maar zolang Vlaanderen enkel end-of-pipe solutions kan opwerpen om met ons afval om te gaan, blijven we dweilen met de kraan open. Indien we ook een impact kunnen uitoefenen op wát er door de kraan stroomt, dan kunnen we ons afvalbeleid daarop afstemmen en vice versa. Op die manier kunnen we ons recyclagesysteem sluitend maken en een heuse stap zetten richting volwaardige kringloopeconomie. Soms zijn flessen wel uit recycleerbaar materiaal gemaakt, maar door bedrukkingen of wikkels kunnen ze niet gerecycleerd worden omdat de sorteersinstallaties het niet herkennen. Het schoentje knelt bij de zoveelste onlogische bevoegdheidsverdeling in dit land: terwijl Vlaanderen het afval mag inzamelen en verwerken hebben we niets te zeggen over de productnormering. Dat dit ons milieu niet ten goede komt zagen we eerder al bij de Round-Up historie waarbij Vlaanderen het verbruik verbood, maar het lang wachten was op een federaal verbod rond de verkoop. Kafka op zijn best.

En er zit federaal nog een tweede hefboom die ons Vlaams afvalbeleid beperkt in haar reikwijdte: de federale verpakkingstaks die jaarlijks 320 miljoen euro opbrengt. Als we louter naar het bevolkingsaantal zouden kijken dan komt 182 miljoen euro daarvan aan Vlaanderen toe. Ter info: zwerfvuil kost ons in Vlaanderen jaarlijks 155 miljoen euro. Met die middelen kunnen we onze lokale besturen, die instaan voor 90% van de kosten verbonden aan zwerfvuil, ontlasten én een zwerfvuilbeleid voeren dat verder gaat dan vandaag het geval is.

Een grondig afvalbeleid vereist dat we niet enkel aan het einde van de rit bevoegd zijn. We weten perfect welke materialen we duurzaam kunnen verwerken zodat ze opnieuw als grondstof kunnen worden aangewend, laat ons dan ook de productnormering daarop afstellen. Door daarnaast ook de financiële hefboom over te hevelen naar Vlaanderen kunnen we onze internationale koppositie verder uit bouwen. Daarmee versterken we niet alleen ons milieu, maar door de taks efficiënt in te zetten kunnen we ook onze afvalverwerkende en innovatieve bedrijven een duwtje in de rug geven.

De omslag naar een circulaire economie impliceert dat we ook de gaten in de beleidscirkel moeten durven sluiten. Enkel met een eengemaakt beleid kunnen we de ambities die we vandaag koesteren voor morgen waarmaken.

 

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is