Geen glyfosaat-trein meer vanaf 2020

Door Bart Nevens op 14 november 2018, over deze onderwerpen: Kortenberg, Leefmilieu

Ondank het verbod voor particulieren en lokale besturen, blijft Infrabel jaarlijks tal van glyfosaathoudende pesticiden en herbiciden gebruiken. “Infrabel moet mee het goede voorbeeld geven. Ik ben blij te vernemen dat tegen 2020 de uitzonderingsmaatregel voor Infrabel definitief van de baan is" zegt Bart tevreden.

Het Vlaams Parlement debatteerde in het verleden reeds meerdere malen over het gebruik van glyfosaathoudende producten. De N-VA, en bij uitbreiding de Vlaamse Regering, hebben steeds gepleit voor een rationele aanpak, van het devies dat voorkomen beter is dan genezen.

“Maar nu blijkt dat spoorwegbeheerder Infrabel op haar spoorbeddingen nog steeds zeer grote hoeveelheden schadelijke herbiciden gebruikt. Naar eigen zeggen verminderde Infrabel de afgelopen jaren de gebruikte hoeveelheid met 30%, maar de hoeveelheid blijft gigantisch”, zegt Bart.

Verbod sinds 1 januari 2015

Sinds 1 januari 2015 geldt er nochtans een verbod op het gebruik van pesticiden en herbiciden op alle terreinen die horen bij een openbare dienst. “In een beperkt aantal situaties kon een gebruiker een uitzondering op het verbod vragen. Dat deed Infrabel, nochtans ook een openbaar bestuur, en VMM gaf groen licht. Een openbaar bestuur moet het goede voorbeeld geven.”

Gevraagd naar een reactie verwees minister Schauvliege een overleg dat binnenkort gepland staat tussen de VMM en Infrabel en dat “de overheid en overheidsbedrijven inderdaad een voorbeeldfunctie vertolken.  Het verbod voor particulieren en lokale besturen toont aan dat we in Vlaanderen vooruitstrevend zijn. De uitgeschreven uitzonderingen lopen tot 2020 en wat mij betreft zullen deze niet verlengd worden”, klonk het.

“Het doet me plezier dat de minister en ik op de gelijke lijn zitten”, antwoordde Bart. “Ik hoop dat Infrabel echter ook verder kijkt en andere, bijkomende natuurondersteunende maatregelen treft, bijvoorbeeld op de tal van restgronden die in haar bezit zijn.”

Alternatieve inrichting

De vraag die overeind blijft is natuurlijk ‘wat zijn de alternatieven?’ “Momenteel zijn er geen vergelijkbare, economisch gelijkwaardige alternatieven. Daar is het voor lokale besturen nog wat zoeken en ons aanpassen aan deze nieuwe situatie”, verduidelijkt Bart. “Dat is ook één van de redenen waarom wij zelf in Kortenberg destijds een uitzondering aangevraagd hebben voor een minimaal gebruik indien nodig. Maar intussen hebben we alternatieven uitgezocht en uitgewerkt: we richten de openbare ruimte anders in zowel qua ontwerp als qua plantenkeuze. Ook wat het onderhoud betreft gebruiken we andere methodes en dat werpt zijn vruchten af.”

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is