“Investeringen in rioleringen niet uitstellen”

Door Bart Nevens op 22 maart 2017, over deze onderwerpen: Leefmilieu, Water
Bart Nevens - Investeren in riolering

Rioolbeheerders moeten de middelen bestemd voor de investeringen in ons rioleringsnetwerk niet oppotten, maar aanwenden om ons rioleringsnetwerk in stand te houden en te optimaliseren”, zegt Bart Nevens.

De Vlaming betaalt 83 miljoen te veel voor water, titelden verschillende media half maart, en dat terwijl het merendeel van de rioolbeheerders een belangrijk deel van het geld van de Vlaming oppot in plaats van daarmee broodnodige investeringen door te voeren. Dat werd geconcludeerd op basis van een rapport van de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) over de aanwending van de gemeentelijke saneringsbijdrage door de rioolbeheerders.De saneringsbijdrage is de kost die de vervuiler/gebruiker betaalt voor het zuiveren van zijn of haar afvalwater. 82% van de Vlaamse gemeenten opereerde kostendekkend of boekte een overschot. “In sé een goede zaak: gemeenten moeten zich niet in de schulden storten. Maar als er overschotten zijn, dan moeten die middelen aangewend worden waarvoor ze bestemd zijn: investeringen in rioleringen.”

Evenwicht tussen inkomsten en uitgaven

Op dit moment kunnen de gemeenten zelf bepalen hoe hoog de saneringsbijdrage is. “Wat we vaststellen is dat de gemeenten het decretaal vastgelegde plafond hanteren als het gaat over de gemeentelijke saneringsbijdrage. Voor elke 10 euro die we als verbruiker moeten betalen als bovengemeentelijke saneringsbijdrage (aan Aquafin), vragen gemeenten het decretale maximum van 14 euro. Maar de gemeenten moeten zich volgens mij meer bewust worden van het evenwicht dat er moet zijn tussen het aangerekende tarief enerzijds en wat er tegenover staat anderzijds.”

En dat is ook het standpunt van de N-VA: het terug in evenwicht brengen van inkomsten via de drinkwaterfactuur en de gemaakte beheerkosten. “In tegenstelling tot Sp.a vinden we niet dat de saneringsbijdrage op de waterfactuur moet opgeschort worden totdat de reserves zijn opgebruikt, maar dat de te veel geïnde middelen een zinvolle bestemming moeten krijgen.”

En die zinvolle bestemming is voor Bart Nevens duidelijk: “Het realiseren van de Europese taakstelling om zuiver oppervlaktewater te hebben tegen uiterlijk 2027, zal in grote mate afhankelijk zijn van het herstel van de huidige riolering en de uitbouw van nieuwe riolering. Het is dan ook evident dat de daarvoor voorziene middelen ook effectief worden aangewend.”

Transparantie nodig

Maar toch stapelen sommige rioolbeheerders al vijf jaar reserves op. “De VMM is reeds in overleg met de sector rond de gegevensuitwisseling met betrekking tot de kasstromen van de rioolbeheerders. Het is belangrijk dat de mensen weten hoe zo'n tarief tot stand komt en welke dienstverlening en investeringen ertegenover staan. De eis voor meer transparantie is een eis die wij met de N-VA volmondig ondersteunen.”

Rioolbeheerder Infrax verwees in een reactie op het rapport naar de vaak lange doorlooptijd van projecten. “Terecht”, zegt Nevens. “We moeten bekijken hoe we dat kunnen stroomlijnen. Maar de moraal van het verhaal is en blijft dat als de rioolbeheerders overschotten boeken, ze die ook aanwenden voor het onderhoud en de uitbreiding van ons rioleringsnetwerk. De noodzakelijke werken uitstellen betekent dat de prijs van onze riolering op termijn alleen maar zal stijgen. En dat zou niet van goed beleid getuigen.”

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is