Nieuw Vlaams plan huishoudelijk afval moet ambitieuzer

Ruim de helft van onze gemeenten haalde in 2014 reeds de afvaldoelstellingen die zij volgens het nieuwe afvalplan van minister Joke Schauvliege (CD&V) pas in 2022 moeten bereiken. Meer nog: heel wat gemeenten halen die doelstellingen al jaren. “Volgens het plan moeten zij dat resultaat behouden of verbeteren, maar zij worden op geen enkele manier daartoe gestimuleerd. Een echt ambitieus beleid kan je dat moeilijk noemen”, vindt Vlaams Parlementslid Bart Nevens.

In het nieuwe Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval 2016-2022, dat OVAM in opdracht van minister Schauvliege opstelde, worden onze gemeenten ingedeeld in 16 clusters, op basis van 150 socio-economische parameters. Elke cluster krijgt een eigen afvaldoelstelling mee, die de mediaan is van het huishoudelijke restafval dat in 2014 in die clustergemeenten per inwoner werd buitengezet.

“De minister acht gelijkaardige gemeenten in staat om die mediaan te halen, maar dat heeft perverse effecten. Enerzijds worden gemeenten die vandaag al beter dan de mediaan doen, niet gestimuleerd om nog beter te doen. Anderzijds wordt voor sommige gemeenten die vandaag ondermaats scoren, de lat onrealistisch hoog gelegd”, legt Nevens uit. “Volgens het plan kunnen zij hun OVAM-subsidies verliezen. Maar zonder die subsidies zullen de doelstellingen zeker niet gehaald worden”, vreest hij.

Nood aan écht maatwerk

“Minister Schauvliege spreekt van een beleid op maat, maar niets is minder waar”, stelt Nevens, die de nieuwe doelstellingen grondig analyseerde. “Het is een beleid van gemiddelden.” Nevens verwijst het ontwerp dat nu voorligt dan ook resoluut naar de prullenmand en pleit voor doelstellingen die tegelijk ambitieus én realistisch zijn. “We hebben nood aan écht maatwerk, waarbij per gemeente wordt nagegaan wat er beter kan. En dat zowel voor de gemeenten die vandaag slecht scoren, als voor de gemeenten die vandaag al goed werk leveren. Het kan niet zijn dat de goede leerlingen in de klas zeven jaar lang moeten zittenblijven om de slechte leerlingen de kans te geven hun achterstand in te halen”, besluit hij.