Extra aandacht voor de Vlaamse Rand

31 procent van de kantoorgebouwen in de Vlaamse Rand staan leeg. Op vraag van Bart zal minister Schauvliege extra aandacht vragen voor onze regio in twee studies. “Een herbenutting van leegstaande gebouwen moet onderzocht worden, op die manier kunnen we de open ruimte vrijwaren”, zegt Bart.

De Vlaamse overheid heeft momenteel twee diepgaande studies lopen. Eén ervan heeft betrekking op ‘ruimteproductiviteit, verweving en het ruimtelijk rendement van economische locaties’. Een tweede studie gaat specifiek over ‘ruimtelijke ontwikkelingen in stationsomgevingen’.

Deze studies beslaan logischerwijze heel Vlaanderen, maar dankzij Bart krijgt de Vlaamse Rand extra aandacht in deze studies. En dat is nodig ook: meer dan 31 procent van de kantoorgebouwen in de Vlaamse Rand staat leeg en 67 procent daarvan kampt met een blijvende leegstand van drie jaar of meer.

In totaal gaat het over maar liefst 500.000 vierkante meter kantoorruimte die gewoon leeg staat. “Dat zijn ongeveer 71 voetbalvelden. Daar zijn ook kantoren in gemeenten als Diegem en Zaventem bij, terwijl daar bedrijfszones liggen die goed tot zeer ontsloten worden door het openbaar vervoer. Diegem heeft één treinstation en Zaventem heeft er zelfs drie, als je het station op de luchthaven meetelt.”

“Met de ‘betonstop’ en het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen die ik vanuit het Vlaams Parlement mee uitwerkte in het achterhoofd, moeten we dus inzetten op herbenutting en waar mogelijk herbestemming. In het Vlaams Parlement werkte mijn collega Axel Ronse (N-VA) reeds initiatieven uit rond de bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsgebouwen. Dit is de weg die we moeten bewandelen”, vervolgt Bart.

Toch willen sommigen nog meer open ruimte aansnijden. “Als we de weinige open ruimte die we hebben willen behouden, dan moeten we anders durven kijken naar leegstaande kantoorgebouwen.” 

Bij onze noorderburen, in Almere staat er 138.000 vierkante meter kantoorruimte leeg. Dat zijn 20 voetbalvelden, wat ook aanzienlijk is. “Daar wordt intussen een sterk en diepgaand maatschappelijk debat rond die leegstand gevoerd. Hopelijk kan ook hier het debat losbarsten, het kan onze open ruimte alleen maar ten goede komen.”